ILLEGALE ROOKRUIMTE POLITIE DEN BOSCH
Illegale rookruimte in cellencomplex politiebureau Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch veroorzaakt rookoverlast
Advocaat mr. Maton doet tevens strafzaken en komt zodanig als piketadvocaat regelmatig in onder andere het cellencomplex aan de Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch. Mede in het kader van een meer ordelijk verblijf op het politiebureau (anders breken ze de cel af enz.) krijgen rokende verdachten zo’n 2 x per dag een rookpauze van zo’n 10 minuten op één van de 2 luchtplaatsen in het cellencomplex. Verdachten worden achter elkaar één voor één op de luchtplaats geplaatst. Diegene die onbekend zijn met een dergelijke luchtplaats hebben een beeld van luchtplaatsen zoals die bij Amerikaanse gevangenissen, enorm groot en er kan worden gehonkbald en rondjes worden gerend. De luchtplaatsen in de cellencomplexen van Nederlandse politiebureaus zijn daarentegen enorm klein. Qua oppervlakte zou er net ’n auto geparkeerd kunnen worden. Uit veiligheidsoverwegingen zijn deze luchtplaatsen centraal in het cellencomplex gevestigd en volledig omsloten door gangen, cellen, keukens en andere ruimtes. Ter voorkoming van ontsnapping zit er aan de bovenkant een traliehek alsmede fijnmazige gaas ter voorkoming van dat middels drones goederen (zoals minitelefoons ter grote van een vingerkootje) kunnen worden gedropt op de luchtplaats. Deze fijnmazige gaas voorkomt c.q. vermindert tevens de herkenbaarheid van verdachten door een drone. Ook weet de “buitenwereld” daardoor niet welke verdachte op welk moment wordt geplaatst op de luchtplaats zodat het doorgeven van boodschappen praktisch onmogelijk is via de luchtplaats. Deze fijnmazige gaas voorkomt echter ook de verdunning van de tabaksrook. Aangezien 9 van de 10 verdachten roken en deze achter elkaar op de kleine luchtplaats worden geplaatst staat de luchtplaats binnen enige minuten en de rest van de dag strak van de blauwe schadelijke tabaksrook. Daarbij wordt op de kleine luchtplaats regelmatig geürineerd en sommige recalcitrante en of psychisch gestoorde verdachten poepen er ook nog en smeren deze met hun handen uit over de muren en vloer van de luchtplaats. De tabaksrook slaat neer op muren en vloer van de luchtplaats en vormt derderangs tabaksrook die nog schadelijkere chemische verbindingen aangaat dan enkel de tabaksrook (waar mede door de toevoeging van diverse stoffen door de criminele tabaksindustrie al minimaal 70 kankerverwekkende stoffen aanwezig zijn). Daardoor is de geur op luchtplaats weerzinwekkend. Wanneer er dan een “nettere” en niet rokende verdachte zijn of haar moment krijgt op deze luchtplaats dan is de schok groot en zeker als deze “nettere” en niet rokende verdachte het naïeve beeld heeft van de Amerikaanse gevangenissen met de enorme grote luchtplaatsen. De “nettere” en niet rokende verdachte krijgt dan een zodanige plotselinge lichamelijke afkeer van de weerzinwekkende geur van de luchtplaats dat deze moet overgeven zo delen deze “nettere” en niet rokende verdachten daarna advocaat mr. Maton mede. Doordat de toegangsdeur tot de luchtruimte elke 10 minuten open en dicht gaat voor het “uithalen” van de ene verdachte waarna deze naar zijn of haar cel wordt gebracht en even later weer open en dicht gaat voor het plaatsen van de volgende verdachte en de luchtplaats vol staat van de tabaksrook komt deze tabaksrook telkens in het gangenstelsel van het cellencomplex. Ook de verdachte en de kleding van de verdachte zijn “doordrenkt” van de 3de rangs tabaksrook. Daardoor ontstaat er onwenselijke en schadelijke tabaksrookoverlast in het gehele cellencomplex van het politiebureau aan de Vogelstraat. Een dergelijke situatie speelt zich af in alle cellencomplexen bij alle politiebureaus in Nederland.
NATIONAAL PREVENTIEAKKOORD 2018
In onderstaande letterlijk overgenomen tekst van de memorie van toelichting Tweede Kamer der Staten-Generaal (vergaderjaar 2020-2021, 35 665, nr. 3) wordt reeds verwezen naar het Nationaal Preventieakkoord van 2018 en het afschaffen van rookruimtes:
“1. Inleiding
Op 23 november 2018 is het Nationaal Preventieakkoord1 (hierna: Preventieakkoord) aangeboden aan de Tweede Kamer. In dit akkoord is onder andere een samenhangend pakket aan maatregelen en acties afgesproken met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om ernaar te streven dat in 2040 een rookvrije generatie is gerealiseerd. Dat betekent dat vanaf 2040 geen jongere meer rookt en dat het aantal rokers onder Nederlanders van 18 jaar en ouder is teruggedrongen tot minder dan 5%. Om dit te realiseren is besloten dat erop wordt ingezet dat meer kinderen opgroeien in een rook- en tabaksvrije omgeving, zodat wordt voorkomen dat kinderen in de verleiding worden gebracht om te roken. Bij de totstandkoming van het Preventieakkoord is gekeken welke effectieve maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de doelstellingen worden behaald. Hiervoor is een samenhangend pakket aan effectieve maatregelen opgesteld, met daarin onder andere een forse accijnsverhoging, het afschaffen van de rookruimtes, een uitstalverbod, het verplicht stellen van neutrale verpakkingen, een uitbreiding van zowel het reclameverbod als van het rookverbod, in combinatie met intensieve campagnes.”
VERBOD ROOKRUIMTE IN EEN OVERHEIDSGEBOUW
In de (concept) Nota van Toelichting Eerste Kamer Staatsblad 2020, 154, wet van 20 mei 2020 tot wijziging van de Tabakswet- en rookwarenwet ter uitbreiding van het rookverbod (Staatsblad 2020, 154) worden onder II. Artikelsgewijs deel ook de wijzigingen van artikel 10 Tabaks- en Rookwarenwet en artikel 6 van het Tabaks- en Rookwarenbesluit besproken. Het in standhouden van een rookruimte is reeds per 1 juli 2021 verboden in publieke en openbare gebouwen. Het cellencomplex maakt onderdeel uit van een politiebureau dat een overheidsgebouw is. En vanaf 1 januari 2022 zijn alle rookruimtes in niet-publieke ruimtes verboden. De politieorganisatie is dus medio augustus 2025 al ruim 3,5 jaar, mogelijk al 4 jaar in overtreding met het in stand houden van een illegale rookruimte.
Dit faciliteren en stimuleren door de politieorganisatie van het roken door verdachten:
A. is dus in strijd met artikel 10 van de Tabaks- en Rookwarenwet, en artikel 6.2 van de Tabaks- en Rookwarenbesluit;
B. is in strijd met het besluit van 15 december 2003, houdende uitvoering van artikel 11a, vijfde lid van de Tabakswet (Besluit uitzonderingen rookvrije werkplek, Staatsblad 2003, 561) en is in strijd met het Besluit van 4 april 2008, houdende een aantal voorschriften ter uitvoering van de Tabakswet (Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten, Staatsblad 2008, 122);
C. is in strijd met de regels over rookruimtes zoals die te vinden zijn op de website van de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (NVWA);
D. is in strijd met rechterlijke uitspraken. Zie uitspraak rechtbank Rotterdam d.d. 1 mei 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:3865) en College van Beroep voor het Bedrijfsleven d.d. 4 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:630);
E. veroorzaakt tabaksrookoverlast in het gehele cellencomplex;
F. is in strijd met de zorgplicht die de politieorganisatie heeft over alle ingesloten (verdachten die roken maar ook verdachten die niet roken) en anderen die het cellencomplex bezoeken zoals advocaten, medici (artsen, psychologen, psychiaters), medewerkers van politie, arrestantenzorg en reclassering, schoonmakers enz.
Herhaaldelijk heeft advocaat mr. Maton de politieorganisatie verzocht om het faciliteren en stimuleren van het roken door verdachten te stoppen en een einde te maken aan deze illegale rookruimtes maar zonder succes.
Advocaat mr. Maton heeft daarom besloten om een kort geding te starten tegen de politie Oost-Brabant om het laten roken van verdachten te verbieden. Clean Air Nederland (CAN) die opkomt voor een rookvrije samenleving heeft zich aangesloten bij deze procedure.
Deze mondelinge behandeling van dit kort geding stond gepland bij de rechtbank Oost-Brabant (‘s-Hertogenbosch) op dinsdag 5 augustus 2025 om 13:30 uur.
De politieorganisatie is van mening dat het laten roken van verdachten op de kleine luchtplaats plaatsvindt in de “open lucht” nu de bovenkant van de luchtplaats is afgesloten met een hekwerk en fijnmazige gaas. De verdachten staan daarmee, in de visie van de politieorganisatie, in de open lucht volgens de grammaticale interpretatie van de wettekst, in dit geval artikel 6.2. van het Tabaks- en rookwarenbesluit. Een grammaticale interpretatie is echter slechts één van de meerdere interpretatiemogelijkheden van wetteksten. Volgens de wetshistorische interpretatie van dit artikel 6.2 van het Tabaks- en rookwarenbesluit (zie daartoe het Besluit van 4 april 2008, zijnde Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten, Staatsblad 2008, nummer 122, zijnde een AMvB) dient onder de term “open lucht” van artikel 6.2, lid 1 onder b van het Tabaks- en rookwarenbesluit gelezen te worden “open lucht van een terras bij een horecagelegenheid”. De “open lucht” verkrijgt daarmee een geheel andere betekenis dan de grammaticale interpretatie die de politieorganisatie daaraan geeft. Zie daartoe de uitspraken van de rechtbank Rotterdam d.d. 1 mei 2024, overweging 6.5 (ECLI:NL:RBROT:2024:3865) en College van Beroep voor het Bedrijfsleven d.d. 4 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:630). Volgens het besluit van 4 april 2008, zijnde besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten dient onder terras bij een horecagelegenheid gelezen te worden “een afgescheiden ruimte in de open lucht, met zitjes waar men kan uitrusten of iets kan nuttigen”.
Nu er in de kleine luchtruimtes van het cellencomplex geen stoelen en tafels staan, er ook geen menukaart aanwezig is en er ook niets besteld kan worden, kunnen de luchtruimtes in het cellencomplex niet gezien worden als een terras bij een horecagelegenheid. Hoewel in de volksmond een verblijf in een cel op het politiebureau welk gekscherend een verblijf in een hotel op kosten van de staat wordt genoemd is het cellencomplex bij een politiebureau formeel geen horecabedrijf.
En nu de luchtruimtes in het cellencomplex van het politiebureau aan de Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch niet gezien kunnen worden als een terras bij een horecagelegenheid in de open lucht voldoen deze luchtruimtes niet aan de uitzondering van artikel 6.2, lid 1 onder b van het Tabaks- en rookwarenbesluit, zijnde de categorie “open lucht”. Nu er dus geen wettelijke uitzondering van toepassing op de luchtruimtes in het cellencomplex geldt de hoofdregel van artikel 10 van de Tabaks- en rookwarenwet, te weten dat alle rookruimtes in overheidsgebouwen (publiekelijk of niet publiekelijk) vanaf 1 januari 2022 zo ie zo zijn verboden.
ROOKRUIMTE CELLENCOMPLEX VOLDOET NIET AAN DE REGELS VAN DE NVWA
Een ander punt is dat de 2 rookruimtes van het cellencomplex niet voldoen aan de regels zoals die ook staan vermeld op de website van de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (NVWA). Immers, de luchtruimtes die door 9 van de 10 verdachten gebruikt worden als rookruimte:
- zijn volledig ommuurd en grenzen aan gangen, cellen en keukens en andere ruimtes in het cellencomplex en daarmee strijdig met de regels van de NVWA;
- zijn gesitueerd op een binnenterrein dat omringd is door het politiegebouw. Ook dit is volgens de NVWA niet toegestaan;
- geven tabaksrookoverlast naar binnen (het cellencomplex) en ook aan mensen die het cellencomplex binnenkomen. Ook niet toegestaan volgens de NVWA;
- worden (de luchtruimtes worden door 9 van de 10 verdachten gebruikt als rookruimte) gebruikt voor andere dingen, te weten het laten luchten van ingeslotenen die nu juist niet roken. Ook dat is niet toegestaan volgens de NVWA.
VALT HET CELLENCOMPLEX VAN EEN POLITIEBUREAU ONDER EEN UITZONDERING DAT EEN ROOKRUIMTE DAAR WEL IS TOEGESTAAN ?
In artikel 10 van de Tabaks- en rookwarenwet lid 2 staat te lezen: “Op het rookverbod, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij algemene maatregel van bestuur beperkingen worden aangebracht, waarbij onder meer kan worden bepaald dat het rookverbod niet geldt voor bij die maatregel aangewezen.”
De wetgever heeft echter geen uitzondering gemaakt via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) dat cellencomplexen van politiebureaus zijn vrijgesteld van het verbod op een rookruimte. Derhalve geldt de algemene regel dat sinds 1 juli 2021 rookruimtes in publieke en openbare gebouwen verboden zijn. En dat vanaf 1 januari 2022 alle rookruimtes in niet-publieke ruimtes zijn verboden. Door het in stand houden van de luchtplaats als rookruimte in het cellencomplex van het politiebureau aan de Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch is de politieorganisatie dus al zeker sinds 1 januari 2022 in overtreding. Derhalve kan gesproken worden van een illegale rookruimte die door de politie in stand wordt gehouden.
De medewerker van de NVWA die het cellencomplex van het politiebureau aan de Vogelstraat in ‘s-Hertogenbosch in 2024 heeft bezocht en deze illegale rookruimte heeft goedgekeurd moet bovengenoemde wetgeving, onderliggende besluiten en jurisprudentie (rechterlijke uitspraken) nog maar eens aandachtig doornemen. De NVWA zal dan tot de conclusie komen dat de politieorganisatie een illegale rookruimte in het cellencomplex in stand houdt. De NVWA kan vervolgens boetes opleggen die oplopen tot € 820.000,-. Ook kan de NVWA strafrechtelijke vervolging instellen. Dit zou dan betekenen dat de politieorganisatie zelf strafrechtelijk vervolgd wordt voor het in stand houden van een illegale rookruimte.
Met vriendelijke en rookvrije groeten,
advocaat mr. G.J.B.C. Maton
BUITENLANDSE ONTWIKKELINGEN (in rechtspraak) AANGAANDE OVERLAST ROKENDE BUREN
– 19 januari 2022, Australië https://www.abc.net.au/news/2022-01-19/gold-coast-unit-owner-banned-from-smoking-on-apartment-balcony/100766448
– 16 januari 2015, Duitsland https://juris.bundesgerichtshof.de/cgi-bin/rechtsprechung/document.py?Gericht=bgh&Art=en&az=V%20ZR%20110/14&nr=71044