Heeft u overlast van rokende buren ?
Maton Advocatuur & Mediaton kan u hierin bijstaan en ondersteunen
Veel bewoners ondervinden rookoverlast van hun directe buren. Vaak heeft u dit al besproken met uw buren maar ze begrijpen de rookoverlast niet. Rokers stellen vaak dat het hun recht is om te mogen roken maar u heeft recht op schone lucht. Het recht op schone lucht gaat toch voor op het recht om deze schone lucht te bevuilen met kankerverwekkende stoffen zoals die (meer dan 70) voorkomen in tabaksrook. Kankerverwekkende stoffen die tabaksfabrikanten vaak ook nog moedwillig hebben toegevoegd aan tabak om tabak(srook) “lekkerder”, minder benauwend voor de roker te laten zijn maar vooral verslavender (snellere toestroom van nicotine naar de hersenen) te laten worden.
Rokende mensen hebben vaak vrienden die eveneens roken en als die ook nog eens bij uw buren op bezoek komen gaan ze met z’n allen binnen of buiten in de tuin of op het balkon roken. De tabaksrook komt over of door de schutting of naar uw balkon aangewaaid. Als uw buren en hun bezoek aan het roken zijn kunt u niet meer buiten in uw tuin of balkon zitten. Uw net gewassen kleding die buiten hangt te drogen stinkt naar de rook en blijft er naar stinken. Een roker begrijpt dat niet omdat een roker de hele dag die vieze rooklucht om zich heen heeft hangen en dat dus niet meer ruikt.
Als de tabaksrook eenmaal in uw woning is binnengedrongen door de openstaande ramen of deuren (of door kieren en openingen in de woning) krijgt u deze ook niet meer uit uw woning. U heeft door uw rokende buren geen leven meer in uw woning en in uw tuin of balkon. Heeft u ook nog een medische aandoening (van uw longen) zoals allergieën, astma, COPD, longfibrose e.d. dan kunt al helemaal geen tabaksrook verdragen.
Wat kan mr. Maton als advocaat voor u betekenen?
Laat mr. Maton als advocaat u bijstaan in een bemiddeling / procedure tegen uw verhuurder wegens verstoord / derving woongenot (contractuele verbintenis middels de huurovereenkomst) en uw buren op grond van onrechtmatige daad (art. 5:37 BW in combinatie met art. 6:162 BW). Immers met uw buren heeft u geen huurovereenkomst.
Rook- of stankoverlast? Bewandel de civielrechtelijke weg
Wat kunt u doen als u eigenaar bent (bijvoorbeeld u bent VvE-lid) als u last heeft van rook of stank uit een ander appartement? Eigenlijk hetzelfde als iedereen die last heeft van zijn buren. Of u nu een huurder bent of een eigenaar van uw woning / appartement of woont in een achteraf gelegen boerderij.
In de wet (artikel 5:37 Burgerlijk Wetboek (BW)) staat namelijk:
“De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.”
Rechter kan onrechtmatige overlast verbieden
Heeft u last van het rookgedrag van uw buurman, of ondervindt u op een andere wijze overlast (bijvoorbeeld stankoverlast of geluidsoverlast), dan kan die overlast onder omstandigheden onrechtmatig zijn. Van belang is dan onder meer hoe vaak de (rook-)overlast plaatsvindt en hoe ernstig deze (rook-)overlast is. Advocaat mr. Maton kan dan namens u bij de kantonrechter een vordering indienen om uw buurman te verbieden nog meer (rook-)overlast te veroorzaken aangevuld met een dwangsom. Voor de kantonrechter is dan ook de situatie ter plaatse van belang. Woont u in een (flat-)appartement dan zult u meer geluid, luchtjes en rook moeten dulden van uw buurman dan een bewoner van een vrijstaande villa. De rechter zal dus diverse omstandigheden meenemen bij het beantwoorden van de vraag of de overlast onrechtmatig is, en of het gewraakte gedrag moet worden verboden.
Illegale rookruimte in cellencomplex politiebureau Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch veroorzaakt rookoverlast
Advocaat mr. Maton doet tevens strafzaken en komt zodanig als piketadvocaat regelmatig in onder andere het cellencomplex aan de Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch. Mede in het kader van een meer ordelijk verblijf op het politiebureau (anders breken ze de cel af enz.) krijgen rokende verdachten zo’n 2 x per dag een rookpauze van zo’n 10 minuten op één van de 2 luchtplaatsen in het cellencomplex. Verdachten worden achter elkaar één voor één op de luchtplaats geplaatst. Diegene die onbekend zijn met een dergelijke luchtplaats hebben een beeld van luchtplaatsen zoals die bij Amerikaanse gevangenissen die enorm groot zijn en waar gehonkbald en rondjes kunnen worden gerend. De luchtplaatsen in de cellencomplexen van Nederlandse politiebureaus zijn daarentegen enorm klein. Qua oppervlakte zou er net ’n auto geparkeerd kunnen worden. Uit veiligheidsoverwegingen zijn deze luchtplaatsen centraal in het cellencomplex gevestigd en volledig omsloten door gangen, cellen, keukens en andere ruimtes. Ter voorkoming van ontsnapping zit er aan de bovenkant een traliehek alsmede fijnmazige gaas ter voorkoming van dat middels drones goederen (zoals minitelefoons ter grote van een vingerkootje) kunnen worden gedropt op de luchtplaats. De fijnmazige gaas voorkomt c.q. vermindert de herkenbaarheid van verdachten door een drone. Ook weet de “buitenwereld” daardoor niet welke verdachte op welk moment wordt geplaatst op de luchtplaats zodat het doorgeven van boodschappen praktisch onmogelijk is via de luchtplaats. Aangezien 9 van de 10 verdachten roken en deze achter elkaar op de kleine luchtplaats worden geplaatst staat de luchtplaats binnen enige minuten en de rest van de dag van de blauwe schadelijke tabaksrook. Op de kleine luchtplaats wordt regelmatig geürineerd en sommige verdachten poepen er ook en smeren deze met hun handen uit over de muren en vloer van de luchtplaats. De tabaksrook slaat neer op muren en vloer van de luchtplaats en vormt derderangs tabaksrook. Daardoor is de geur op luchtplaats weerzinwekkend. Wanneer er dan een “nettere” en niet rokende verdachte zijn of haar moment krijgt op deze luchtplaats dan is de schok groot en zeker als deze “nettere” en niet rokende verdachte het naïeve beeld heeft van de Amerikaanse gevangenissen met de enorme grote luchtplaatsen. De “nettere” en niet rokende verdachte krijgt dan een zodanige plotselinge lichamelijke afkeer van de weerzinwekkende geur van de luchtplaats dat deze moet overgeven zo delen deze “nettere” en niet rokende verdachten mij daarna als advocaat mede. Doordat de toegangsdeur tot de luchtruimte elke 10 minuten open en dicht gaat voor “uithalen” van de ene verdachte en even later weer open en dicht gaat voor het plaatsen van de volgende verdachte en de luchtplaats vol staat van de tabaksrook komt deze tabaksrook telkens in het gangenstelsel. Ook de verdachte en de kleding van de verdachte zijn “doordrenkt” van de 3de rangs tabaksrook. Daardoor ontstaat er onwenselijke en schadelijke tabaksrookoverlast in het gehele cellencomplex.
Dit faciliteren en stimuleren door de politieorganisatie van het roken door verdachten:
A. is in strijd met artikel 10 van de Tabaks- en Rookwarenwet, en artikel 6.2 van de Tabaks- en Rookwarenbesluit;
B. is in strijd met het besluit van 15 december 2003, houdende uitvoering van artikel 11a, vijfde lid van de Tabakswet (Besluit uitzonderingen rookvrije werkplek) en is in strijd met het Besluit van 4 april 2008, houdende een aantal voorschriften ter uitvoering van de Tabakswet (Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten);
C. is in strijd met de regels over rookruimtes zoals die te vinden zijn op de website van de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (NVWA);
D. is in strijd met rechterlijke uitspraken. Zie uitspraak rechtbank Rotterdam d.d. 1 mei 2024 (ECLI:NL::RBROT:2024:3865) en College van Beroep voor het Bedrijfsleven d.d. 4 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:630)
E. veroorzaakt tabaksrookoverlast in het gehele cellencomplex;
F. is in strijd met de zorgplicht die de politieorganisatie heeft over alle ingesloten (verdachten die roken maar ook verdachten die niet roken) en anderen die het cellencomplex bezoeken zoals advocaten, medici (artsen, psychologen, psychiaters), medewerkers van politie, arrestantenzorg en reclassering, schoonmakers enz.
Herhaaldelijk heeft advocaat mr. Maton de politieorganisatie verzocht om het faciliteren en stimuleren van het roken door verdachten te stoppen en een einde te maken aan deze illegale rookruimtes maar zonder succes.
Advocaat mr. Maton heeft daarom besloten om een kort geding te starten tegen de politie Oost-Brabant om het laten roken van verdachten te verbieden. Clean Air Nederland (CAN) die opkomt voor een rookvrije samenleving heeft zich aangesloten bij deze procedure.
Deze mondelinge behandeling van dit kort geding stond gepland bij de rechtbank Oost-Brabant (‘s-Hertogenbosch) op dinsdag 5 augustus 2025 om 13:30 uur.
De politieorganisatie is van mening dat het laten roken van verdachten op de kleine luchtplaats plaatsvindt in de “open lucht” nu de bovenkant van de luchtplaats is afgesloten met een hekwerk en fijnmazige gaas. De verdachten staan daarmee in de open lucht volgens de grammaticale interpretatie van de wettekst, in dit geval artikel 6.2. van het Tabaks- en rookwarenbesluit. Een grammaticale interpretatie is echter slechts één van de meerdere interpretatiemogelijkheden van wetteksten. Volgens de wetshistorische interpretatie van dit artikel 6.2 van het Tabaks- en rookwarenbesluit (zie daartoe het Besluit van 4 april 2008, zijnde Besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten, Staatsblad 2008, nummer 122, zijnde een AMvB) dient onder de term “open lucht” van artikel 6.2, lid 1 onder b van het Tabaks- en rookwarenbesluit gelezen te worden “van een terras bij een horecagelegenheid”. De “open lucht” verkrijgt daarmee een geheel andere betekenis dan de grammaticale interpretatie die de politieorganisatie daaraan geeft. Zie daartoe de uitspraken van de rechtbank Rotterdam d.d. 1 mei 2024,(ECLI:NL::RBROT:2024:3865) en College van Beroep voor het Bedrijfsleven d.d. 4 december 2018 (ECLI:NL:CBB:2018:630). Volgens het besluit van 4 april 2008, zijnde besluit uitvoering rookvrije werkplek, horeca en andere ruimten dient onder terras bij een horecagelegenheid gelezen te worden “een afgescheiden ruimte in de open lucht, met zitjes waar men kan uitrusten of iets kan nuttigen”.
Nu de kleine luchtruimte van het cellencomplex geen stoelen en tafels heeft, er ook geen menukaart aanwezig is en er ook niets besteld kan worden, kan de luchtruimte in het cellencomplex niet gezien worden als een terras bij een horecagelegenheid. Hoewel in de volksmond een verblijf in een cel op het politiebureau welk gekscherend een verblijf in een hotel op kosten van de staat wordt genoemd is het cellencomplex bij een politiebureau formeel geen horecabedrijf.
ROOKRUIMTE CELLENCOMPLEX VOLDOET NIET AAN DE REGELS VAN DE NVWA
Een ander punt is dat de rookruimte van het cellencomplex niet voldoet aan de regels zoals die ook staan vermeld op de website van de Nederlandse Voedsel- en WarenAutoriteit (NVWA). Immers, de luchtruimtes die door 9 van de 10 verdachten gebruikt worden als rookruimte:
- zijn volledig ommuurd en grenzen deze aan gangen, cellen en keukens en andere ruimtes in het cellencomplex en daarmee strijdig met de regels van de NVWA;
- zijn gesitueerd op een binnenterrein dat omringd is door het politiegebouw. Ook dit is volgens de NVWA niet toegestaan;
- geven tabaksrookoverlast naar binnen (het cellencomplex) en ook aan mensen die het cellencomplex binnenkomen. Ook niet toegestaan volgens de NVWA;
- worden de luchtruimtes (door 9 van de 10 verdachten gebruikt als rookruimte) gebruikt voor andere dingen, te weten het luchten van ingeslotenen die niet roken. Ook dat is niet toegestaan volgens de NVWA.
In artikel 10 van de Tabaks- en rookwarenwet lid 2 staat te lezen: “Op het rookverbod, bedoeld in het eerste lid, kunnen bij algemene maatregel van bestuur beperkingen worden aangebracht, waarbij onder meer kan worden bepaald dat het rookverbod niet geldt voor bij die maatregel aangewezen.”
De wetgever heeft echter geen uitzondering gemaakt via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) dat cellencomplexen van politiebureaus zijn vrijgesteld van het verbod op een rookruimte. Derhalve geldt de algemene regel dat sinds 1 juli 2021 rookruimtes in overheids- en openbare gebouwen verboden zijn. En dat vanaf 1 januari 2022 alle rookruimtes in niet-publieke ruimtes zijn verboden. Door het in stand houden van de luchtplaats als rookruimte in de cellencomplex van het politiebureau aan de Vogelstraat te ‘s-Hertogenbosch is de politieorganisatie dus al zeker sinds 1 januari 2022 in overtreding. Derhalve kan gesproken worden van een illegale rookruimte die door de politie in stand wordt gehouden.
BUITENLANDSE ONTWIKKELINGEN (in rechtspraak) AANGAANDE OVERLAST ROKENDE BUREN
– 19 januari 2022, Australië https://www.abc.net.au/news/2022-01-19/gold-coast-unit-owner-banned-from-smoking-on-apartment-balcony/100766448
– 16 januari 2015, Duitsland https://juris.bundesgerichtshof.de/cgi-bin/rechtsprechung/document.py?Gericht=bgh&Art=en&az=V%20ZR%20110/14&nr=71044